Speler A, jij bent God, en in menselijke gedaante werk je op de crisisdienst van de geestelijke gezondheidszorg. Speler B, jij bent zojuist opgenomen door de crisisdienst omdat je denkt dat je Jezus bent.
Read this next
Speler A, jij bent God, en in menselijke gedaante werk je op de crisisdienst van de geestelijke gezondheidszorg. Speler B, jij bent zojuist opgenomen door de crisisdienst omdat je denkt dat je Jezus bent.